donderdag 27 januari 2011

Politiek dichter bij de burger?

Wikileaks brengt politiek dichter bij de burger. Nu de burger ineens inzage heeft gekregen in de diplomatieke post van de afgelopen jaren, komen diverse wetenswaardigheden aan het licht. Zoals de druk die via de Amerikaanse ambassade op Wouter Bos werd uitgeoefend om deel te blijven nemen aan de Afghanistan missie. Dat is interessant. Maar eigenlijk wisten we wel dat dit soort spelletjes worden gespeeld om de eigen zin door te drukken. Wat daarom misschien nog wel interessanter is, zijn de volgende constateringen:
- Er zijn niet wezenlijk schokkende zaken aan het licht gekomen. Eigenlijk blijken diplomaten en politici net mensen te zijn. Ingewikkelde complottheorieƫn lijken eerder een verzinsel van thrillerschrijvers dan dat ze in de praktijk voorkomen.
- Omdat de diplomatenpost niet echt schokkende inhoud bevat, heeft deze openbaring niet geleid tot enorme politieke rellen.
- Vernieuwde discussies over de betrekkingen die Nederland met andere landen onderhoudt, blijven zo goed als uit. Want ook voor de publicatie door Wikileaks vonden sommigen al dat we het aapje van Amerika zijn en we pinda's krijgen voor goed gedrag. En anderen dat de BV Nederland wel vaart bij een sterk internationaal diplomatiek netwerk. Daar heeft de inzage in de diplomatieke correspondentie geen verandering in gebracht.

Eigenlijk constateren we dat politici en diplomaten 'gewoon' hun werk doen. Het openbaar maken van de tot voor kort geheime berichtgeving heeft geleid tot meer begrip bij de burger voor de inhoud van dit werk. Die is het misschien niet altijd eens met de overwegingen en handelwijze van de betrokkenen, maar wantrouwt de besluitvorming minder door dit inkijkje in de diplomatieke keuken. Eens te meer blijkt dat transparantie goed is voor een democratie. Toch is dit geen reden om de politiek dichter bij de burger te brengen. Want alleen achter de schermen kan een goede oplossing gevonden worden voor een gecompliceerde, gewichtige en gevoelige kwestie. Dat moet je aan de professionals overlaten. En die hebben vooralsnog geen brevet van onvermogen afgegeven.

dinsdag 11 januari 2011

De mens is niet alleen competitef

Gisteren was er een interessante uitzending van Tegenlicht. Over de toekomst. Altijd leuk natuurlijk, want wat brengt de toekomst ons? Een van de geinterviewden, een bioloog, liet vanuit zijn expertise zijn licht schijnen op de economische wetenschap. En in het bijzonder de economische ontwikkelingen van de laatste jaren. Hij komt tot de conclusie dat de mens weliswaar een competitief wezen is, maar ook een sociaal dier. Economische modellen houden daar onvoldoende rekening mee. Terwijl de economische wetenschap toch vooral ook een gedragswetenschap is. Als we kijken naar de recente economische ontwikkelingen dan kunnen we duidelijk stellen dat het gevaar kwam door het teveel najagen van persoonlijk gewin. Onder Reagan en Thatcher is een wereldwijde beleidskoers ingezet op basis van het geloof dat je de markt zoveel mogelijk zijn gang moet laten gaan. Maar het uitgangspunt voor dit economische model is nogal eendimensionaal, namelijk dat de mens een competitief wezen is. Vooral in het Angelsaksische model was de heersende gedachte dat de economie gebaat is bij prikkels die de hebzucht van individuen kunnen bevredigen. Voor een duurzame economische groei is dat zeer de vraag. Want waar voelen mensen zich wel bij? Natuurlijk is dat het hebben van succes, maar uit de biologische wetenschap is gebleken dat mensen zich ook prettig voelen als ze iets voor een ander kunnen betekenen. De bioloog in Tegenlicht vertelde over proeven met apen, waaruit blijkt dat een aap liever deelt dan dat hij alles krijgt en de rest niets. En dat bij hersenscans een genot is waar te nemen als iemand wat voor een ander kan betekenen. De gedachte van 'the winner takes all' druist dan ook in tegen de biologische samenstelling van de mens. Het wordt daarom hoog tijd dat economen ook deze karaktereigenschap opnemen in hun modellen. Alleen al om politici een handvat aan te reiken voor het voeren van een duurzaam sociaal-economisch beleid.

maandag 15 november 2010

Overheid als concurrent van de markt

Toen eind jaren tachtig een privatiseringsgolf spoelde over Nederland (en de gehele westerse wereld) was de alom gekoesterde gedachte dat dat de dienstverlening aan klanten ten goede zou komen. Immers, de bureaucratie van het ambtenarenapparaat had er vooral voor gezorgd dat je maandenlang moest wachten voordat je telefoon bijvoorbeeld aangesloten werd. Terwijl dat toch een vrij simpele handeling was. Die gedachte destijds was dan ook niet zo vreemd. Zeker als je bedenkt dat de zeer omvangrijke collectieve sector in de oostbloklanden destijds failliet werd verklaard. Maar als je nu, na ongeveer 20 jaar, de balans opmaakt van wat de privatisering ons heeft gebracht, blijkt deze wat anders uit te pakken dan destijds werd gedacht. De telefoonmaatschappijen zijn daar het meest in het oog springende voorbeeld van. Jarenlang worden klanten al geteisterd door een abominabele dienstverlening. Waar ze in eerste instantie nog uit hun slof konden schieten over zoveel starheid en klantonvriendelijkheid, zijn de meesten er inmiddels apathisch door geworden. Krijg je met een telecombedrijf te maken, dan is het bijna wachten op problemen en die neem je dan maar op de koop toe. Het initiatief van Youp van 't Hek moet dan ook absoluut toegejuicht worden. Maar het zijn niet alleen de telecombedrijven, ook grote verzekeringsbedrijven of energiebedrijven kunnen er wat van. Of beter gezegd: weinig van. De paarse krokodil is niet voor niets inmiddels een begrip dat staat voor klantonvriendelijk procedureel geneuzel. Je zou dus kunnen concluderen dat de bureaucratie niet slechts voorbehouden blijft aan de overheid, maar zich ook in de markt voordoet. Met alle gevolgen vandien. Meer overheid en minder markt dan? Anno 2010 is dat nog vloeken in de kerk. Maar als je bedenkt dat een organisatie als de belastingdienst haar propositie van de afgelopen 20 jaar wel waarmaakt, is dit helemaal niet zo'n gekke gedachte. Die propositie zou voor de gehele overheid kunnen gelden als concurrent van de markt. Want leuker wordt het er niet op met meer overheid. Maar het zou zomaar kunnen dat het er wel makkelijker door wordt.

woensdag 3 november 2010

Waarom verliezen de democraten?

Volgens Charles Groenhuijsen in Pauw en Witteman heeft het verlies van de democraten vooral te maken met de rechtse onderstroom die altijd in Amerika aanwezig is. Dat zal allemaal wel, want het geloof in de vrije markt en de beperkte overheidsinvloed is duidelijk sterker in Amerika dan in Europa. En bovendien zijn de mensen die hier zeer fundamenteel in geloven behoorlijk machtig. Een televisiezender als Fox News is 1 grote propagandamachine voor de republikeinen. Dit maakt een verschuiving naar een meer sociaal stelsel vrij lastig. Toch was ik het vooral eens met Jeroen Smit. In Pauw en Witteman opperde hij dat de oorzaak voor het verlies van de democraten wellicht veel platter is. Namelijk de teleurstelling dat na 2 jaar presidentschap de werkloosheid en het begrotingstekort nog altijd hoog zijn. De 'Change' die Obama had beloofd, blijft ogenschijnlijk uit. Maar heeft Amerika zich niet in de afgelopen 2 jaar terug getrokken uit Irak? Is er niet een nieuw zorgverzekeringsstelsel in de maak? Kruipt de economie niet uit het dal? Volgens mij is de verandering die Obama de afgelopen 2 jaar teweeg heeft gebracht redelijk ongekend. Maar blijkbaar als je zelf de afgelopen 2 jaar nog niet de vruchten hebt geplukt van de veranderingen die op macro-niveau zijn gerealiseerd, laat je je leiden door teleurstelling. Althans, dat geldt voor de velen die nu niet meer naar de stembus zijn gegaan of nu op de republikeinen hebben gestemd. Tja, dan is de conclusie dat de oorzaak voor het verlies inderdaad heel plat is: dat veel mensen niet in staat zijn buiten hun eigen belevingswereld te treden en ook het geduld niet hebben om de 'Change' een echte kans te geven.

vrijdag 29 oktober 2010

Laat Obama zijn werk afmaken

In Nieuwsuur was gisteren een aardige reportage over de dalende opiniepeilingen over het presidentschap van Obama. Reden hiervoor is de aanhoudende lastercampagne van de republikeinen. Die gebruiken daarbij argumenten als: het werkloosheidscijfer is opgelopen naar 10%, het begrotingstekort is nog nooit zo hoog geweest. Eigenlijk heel simpel om deze aantijgingen jegens Obama te verwerpen. Want iedereen met een beetje gezond verstand weet dat dit de gevolgen zijn van de crisis, die bij banken en verzekeraars is ontstaan. Dat Obama bij zijn aantreden meteen ingrijpende maatregelen heeft genomen om de neerwaartse spiraal een halt toe te roepen, daar hoor je zijn tegenstanders niet over. En ja, daardoor is het begrotingstekort aanzienlijk gestegen, maar het alternatief was een herhaling van de jaren dertig. Namelijk niets doen en erop vertrouwen dat de markt zichzelf wel herstelt. Met alle economische en politieke gevolgen vandien. Het is dan ook een gotspe dat die republikeinen enorm veel geld over de balk smijten met hun lastercampagne. En als je die spotjes dan ziet, dan geloof je bijna niet dat ze nog effect hebben ook. Wat ze daarin doen, is ongeveer hetzelfde als beweren dat Patrick Kluivert een slechte spits was omdat hij wel eens een kans heeft gemist. Maar blijkbaar gaan veel mensen daar toch in geloven als je het maar vaak genoeg herhaalt, zeker met bepaalde sfeerbeelden erbij. Ik zou zeggen: Obama, kies frontaal de tegenaanval, want inderdaad gaat het hier niet meer over de economie of over de inrichting van de maatschappij. Met dit soort misdadige praktijken van republikeinen is de democratie in gevaar.

dinsdag 12 oktober 2010

Arme Job Cohen

Nu de formatie rond is en diverse (voornamelijk) heren en dames van CDA en VVD hun opwachting maken voor de foto op het bordes met de koningin, likt de PVDA zijn wonden. Als net niet grootste partij vist het nu volledig achter het net. Veel kritiek is er op partijleider Job Cohen. Maar waarom eigenlijk: omdat het 'enkel' een goed bestuurder is en geen debater? Maar volgens mij hebben we juist iemand nodig die het land goed kan besturen. Eens te meer blijkt onze mediacratie niet optimaal te werken, want dat Cohen tijdens de lijsttrekkersdebatten luisterde naar zijn opponenten (zoals het een goed bestuurder betaamt) wordt hem nu verweten. Waar de andere lijsttrekkers vooral bezig waren met snelle one-liners wilde Cohen tijdens de debatten vooral de dialoog aangaan. Hierdoor wist hij, in de weinige zendtijd die hem ter beschikking stond, onvoldoende punten te scoren. Had hij dat wel gedaan dan was er misschien een kabinet Cohen 1 gekomen. Niet dat mijn politieke voorkeur nu uitgaat naar de PVDA, maar het is wel jammer dat in een mediacratie niet automatisch de beste bestuurder het land kan gaan besturen.

woensdag 8 september 2010

Politici zijn net mensen

"Wat zij in het formaat ziet, formatie. En als dat zooitje beschimmelde draaikonten na 3 maanden nog geen akkoord heeft, zal de koningin haar haar losgooien en uitroepen: vooruit met de geit, je leeft maar 1 keer. Wij van de tegenpartij zullen dan uiteindelijk op het bordes verschijnen", aldus F. Jacobse, toen erevoorzitter van de tegenpartij. De huidige ontwikkelingen op en rond het Binnenhof doen soms denken aan deze sketch van Koot en Bie vele jaren geleden. Het is voor te stellen dat de koningin gek wordt van al het gekonkel en geruzie. Water bij de wijn doen om in het landsbelang snel tot een akkoord te komen, is blijkbaar erg lastig voor politici. Eens te meer blijkt dat politiek in eerste instantie om macht gaat en pas in tweede instantie om een goede inrichting van de samenleving en het oplossen van de huidige maatschappelijke problemen. De vraag is dan: kunnen we dat de politici aanrekenen of is dit langdurige proces inherent aan het systeem in het algemeen en de verkiezingsuitslag in het bijzonder. Ik neig naar het laatste. In de economische wetenschap is de vooronderstelling dat mensen vooral uit eigenbelang handelen. In de politiek is dat niet anders. Politici willen macht vergaren om op hun manier de samenleving in te kunnen richten. In die zin probeert een politicus macht te vergaren zoals een ondernemer een klant of opdracht probeert binnen te halen. In beide gevallen proberen ze de concurrent te slim af te zijn en in beide gevallen gaat dat er niet altijd even eerlijk aan toe. En in de sport wordt ook regelmatig de trucendoos opengetrokken om maar het gewenste resultaat te behalen. Oftewel, niets menselijks is politici vreemd. Waarom dan dat disproportioneel vele gekanker op politici? Ten eerste omdat elke kleine ontwikkeling- en vooral elke misstap- in de politiek enorm wordt uitvergroot in de media. Maar wat nog schadelijker is voor het imago van politici is dat zij alleen door macht te verwerven maatschappelijke veranderingen kunnen realiseren. Daardoor lijkt het vaak alsof zij alleen maar met machtsspelletjes bezig zijn en onvoldoende het algemene belang voor ogen houden. In het bedrijfsleven vechten ze elkaar ook voortdurend de tent uit, maar daar zit de media veel minder op. Kortom, het gekanker op politici mag dan vaak terecht zijn, maar bedenk dan wel in welke context zij moeten opereren en wat zij uiteindelijk willen realiseren. En vooral dat zij soms typisch menselijke trekjes vertonen, zoals met trucs en foefjes resultaten behalen.